Maastricht, Leeuwenmolen

(watermolen 59 op de Molenkaart Limburg)

De Jeker kent vlak voordat hij in de Maas uitmondt een noordelijke en zuidelijke tak. Daar waar in de 19de eeuw de zuidelijke tak Maastricht binnenstroomde lagen drie molens, twee op de linkeroever en één, de Leeuwenmolen of Molen van Clemens, op de rechteroever. Met twee raderen was deze graan- en looimolen de grootste van de drie.

Drie molens dicht bij elkaar en met verschillende eigenaren leidde al snel tot geschillen in de waterverdeling. In 1627 werd dat eenvoudig opgelost door de afspraak om om beurten van het stromend water gebruik te maken, de ene dag de molens op de linkeroever en de andere dag die op de rechteroever.

Een exact bouwjaar is niet bekend, geschreven wordt dat de eerste molen omstreeks 1500 moet zijn gebouwd. Zeker is wel dat de molen in 1694 is herbouwd, een gevelsteen in de molen herinnert ons daaraan.

Begin van de 19de eeuw was de molen eigendom van de Armentafel van Sint Servaas. De molen werd in erfpacht gegeven aan een molenaar en de pachtgelden kwamen ten goede aan de armen. Tussen de eerste helft van de 19de eeuw en het einde ervan wisselde de molen geregeld van eigenaar.

Zijn grootste bloeiperiode beleefde de molen tijdens het eind van de tweede wereldoorlog en de jaren erna. De molen had toen een belangrijk aandeel in de stedelijke voedselvoorziening. Na 1950 werd er nog sporadisch gemalen en in 1956 was het helemaal afgelopen. De molen werd prooi voor vandalen en raakte sterk in verval. Na nog enkele malen verkocht te zijn en een poging om elektriciteit op te wekken werd de molen in 1975 verbouwd tot herenhuis.

Eind 19de eeuw was de staat van de sluizen dermate slecht dat provinciale toestemming werd verkregen om die te vernieuwen. Niet iedereen was het daarmee eens, de eigenaar van de lagergelegen looimolen vreesde door de aanleg van nieuwe sluizen minder water op zijn rad te krijgen.

Interessant is de watertoevoer naar de molens. De waterraderen van de graan- en looimolen liggen in elkaars verlengde wat betekent dat de raderen altijd tegelijkertijd draaiden. Stilstand van het gaande werk een van de molens werd verkregen door het verwijderen van staven of kammen uit schijfloop of bonkelaar. Op het eind van de 19de eeuw werden beide waterraderen vervangen door één wederom houten waterrad en het bestaande houten gangwerk door een ijzeren gangwerk met drie maalkoppels. Bij de verbouwing tot herenhuis is het gaande werk waarschijnlijk verwijderd.

De naam Leeuwenmolen dankt de molen aan het stenen beeld van een leeuw dat vroeger de topgevel van de molen sierde. De molen wordt ook wel de Molen van Clement genoemd, verwijzend naar de eigenaar van de molen eind 19de eeuw.

Kenmerken van de molen:

  • Watermolen met één waterraderen (middenslagrad niet functionerend)

  • Overige kenmerken: uit baksteen opgebouwd molenhuis

  • Wateraanvoer: Zuidtak van de Jeker

  • Sluiswerk: maalsluis, lossluis, tandheugel

  • Rad: hout/diameter 6,70 m

  • Gangwerk: ijzer, onderaandrijving

  • Overbrengingsverhouding: onbekend

  • Maalkoppel: onbekend, mogelijk niet meer aanwezig

  • Overige werktuigen: elektriciteitsopwekking; onbekend, mogelijk niet meer aanwezig

Voor meer informatie bezoek onderstaande websites:
https://limburgserfgoednet.nl/
https://www.molendatabase.nl/molens/ten-bruggencate-nr-03925?paging=true
https://www.allemolens.nl/

De molen is in particulier eigendom en wordt niet voor bezoekers opengesteld.

Adres: St. Pieterstraat 29, 6211 JM Maastricht
GPS: N: 50.84447, O: 5.69184