Molenaar Koen van de Van Tienhovenmolen bij Gasthuis behaalt titel van gezel

Gelezen in De Limburger van vrijdag 3 oktober 2025

René Willems

Verslaggever Maastricht/Heuvelland

Molenaar Koen van der Maat heeft de rang van gezel bereikt. © Rob Oostwegel

Gasthuis/Gronsveld Koen van der Maat, molenaar van de Van Tienhovenmolen bij Gasthuis, is als ‘gezel’ toegelaten tot de vereniging Ambachtelijke Korenmolenaars Gilde. Het bewijs dat hij zijn vak beheerst. Tijdens Nationale Molendag kan iedereen dat zondag zelf gaan beoordelen.

Op zijn vierde hielp hij al mee in de molen. Wat dat betreft weet Koen van der Maat wel hoe een windmolen functioneert. Maar voor de opleiding tot gezel heeft hij een pittige cursus moeten volgen. „Met name over technische zaken als het scherpen van de molenstenen”, vertelt hij. „Maar ook over hygiëne. We maken hier meel waar brood van wordt gebakken, dus dat moet wel volgens de regels gebeuren.”

© Rob Oostwegel

Het certificaat dat hij bij het afronden van die opleiding kreeg, staat keurig ingelijst in het keukentje van de Van Tienhovenmolen. Het logo staat nu ook op de zakken meel die in het winkeltje worden verkocht. „Het Ambachtelijk Korenmolenaars Gilde is destijds in Limburg opgericht”, zegt Van der Maat. „In Epen, als ik het goed heb. Op dit moment zijn wij echter de enige molen in de provincie die dit kwaliteitslogo mag voeren.”

Vrijwilligers

Maar weinig molenaars in Limburg hebben van hun hobby hun beroep kunnen maken, maar Van der Maat is een van hen. De meeste wind- en watermolens in de regio worden aan het draaien gehouden voor vrijwilligers. Zo zit Jo Meessen uit Gronsveld uit liefhebberij op de Torenmolen bij De Heeg. „Nu even niet trouwens”, zegt hij, „want onze molen staat stil: de wieken zijn slecht en moeten vernieuwd worden.”

De vrijwilligers worden opgeleid door het Gilde van Molenaars in Limburg. Die cursus ontstond een halve eeuw geleden in Stramproy. Meessen was vijftig jaar geleden een van de eerste ‘mulders’ die daar het diploma behaalde, vertelt hij trots.

Uitwaaien

Voor Meessen is het altijd een hobby gebleven. „Ik stond vijf dagen voor de klas”, vertelt hij. „Ik vond het heerlijk om op zaterdag aan de slag te gaan in de molen. Letterlijk even uitwaaien na een drukke werkweek, even het hoofd leegmaken.” Met hard werken? „Ben je gek. Je moet even de handen uit de mouwen steken om de installatie op gang te brengen. Maar als de molen eenmaal draait, heb je weer rust, dan doet de wind het werk voor je.”

© Rob Oostwegel

Het jubileum van het gilde wordt gevierd met een expositie in het molenaarshuisje in Strampoy. Dat is op zaterdag open. Er is ook een boek verschenen over de eerste jaren van de molenaarsopleiding, met onder meer interviews met enkele cursisten van het eerste uur. Het boek is verkrijgbaar bij de stichting Limburgse Molens.

Voor Koen van der Maat begon het ook ooit met die opleiding tot vrijwillig molenaar. Hij is inmiddels een stap verder en leeft van de molen, al werkt hij ‘voor de afwisseling’ ook nog twee dagen per week als veerman in Berg aan de Maas.

Maar ook hij is nog lang niet klaar, benadrukt hij: „Ik ben nu gezel. Ooit hoop ik meester te worden. Maar daarvoor hebben we nog een lange weg te gaan.”

 

De Van Tienhovenmolen is zondag tijdens de Nationale Molendag geopend van 11.00 tot 17.00 uur. De Torenmolen is dicht.

Volgende
Volgende

Boek ’De beginjaren van het Gilde in Limburg (1971-1981)‘ gepresenteerd, de tentoonstelling is geopend