
Nieuwstadt, Millenermolen
(watermolen 43 op de Molenkaart Limburg)
De Millenermolen, een dubbele watermolen gelegen aan de Rode Beek op de landsgrens nabij Nieuwstadt, behoorde tot de goederen van het kasteel Millen. De oliemolen lag op de Duitse rechteroever, de graanmolen lag op de Nederlandse rechteroever. Elke molen had zijn eigen middenslag waterrad.
In de 20ste eeuw stroomde het water via een afslagtak van de Rode Beek en via de vijvers van het kasteel naar de molen. Deze afslagtak had ook een naam, het Roersbeekje. Het sluiswerk bestond uit twee maalsluizen met daartussen twee lossluizen. Vandaag de dag bevindt zich boven de molen een verdeelwerk wat het water tussen de Geleenbeek, Rode Beek en Vloedgraaf verdeeld en de waterpeilen van de benedenstrooms gelegen watermolens beïnvloed. Achter de molen stromen de drie beken weer samen.
Hoewel het bouwjaar van de molen formeel onbekend is, vermeldt een Duits opschrift bij de molen dat de hertogelijke oliemolen in 1755 gebouwd moet zijn. Het betrof toen een kleine molen die later omgebouwd en uitgebreid werd. De molen is in de loop der tijd enkele keren van eigenaar gewisseld tot het in 1823 eigendom werd van de familie Haan, zeker tot 1991 eigenaar van de molen. Tegenwoordig is de molen nog steeds privébezit maar niet meer van de familie Haan. De Duitse molen werd in 1985 verkocht.
Kort na de eigendomsoverdracht in 1823 wilde de eigenaar de molen ombouwen van graanmolen naar pel- en grutmolen. Of de ombouw heeft plaats gevonden is onbekend; gezien de grote afstand in die tijd tot de andere graanmolens zal de functie van graanmolen wel gebleven zijn.
In 1912 moesten beide waterraderen plaats maken voor een Francis turbine; geplaatst in een turbinekamer tegen de rechter molen. De maalinrichting en het oliewerk werden vervangen door twee identieke maalwerken met ijzeren aandrijving. Daarvan is die (2 koppels met 16-der maalstenen) in de Nederlandse molen nog aanwezig. In 1942/1943 is de turbine dieper gelegd in verband met de kanalisatie van de Rode Beek. Medio jaren ‘50 kreeg het aandrijfwerk van de molens nog een herstelbeurt. Na de verkoop in 1985 werd in de Duitse molen de maalinrichting verwijderd. De Nederlandse molen heeft tot begin jaren ’60 nog gemalen.
Begin 20ste eeuw is de molen uitgebreid met dynamo’s voor de opwekking van elektriciteit. Na 50 jaar dienst te hebben gedaan werd de opwekking in de jaren ‘60 stilgelegd en werden de gebouwen aangesloten op het elektriciteitsnet.
De naam Millenermolen draagt de molen sinds 1755 en dankt de molen aan het nabijgelegen kasteel Millen en de gemeente met diezelfde naam.
Bijzonder aan de molen is de inrichting voor het lichten van de loper bestaande uit een steenreep met een groot houten rad. Lichten van de steen vindt plaats door met handen en voeten het grote houten rad rond te draaien.
Kenmerken van de molen:
Watermolen met turbine (Francis)
Overige kenmerken: uit baksteen opgebouwd molenhuis
Wateraanvoer: Rode Beek
Sluiswerk: maalsluis, lossluis, tandheugel
Rad of Raderen: n.v.t.
Gangwerk: ijzer, riemaandrijving, onderaandrijving
Overbrengingsverhouding: onbekend
Maalkoppel: 2 (16-der steensoort onbekend)
Overige werktuigen: elektriciteitsopwekking
Voor meer informatie bezoek onderstaande websites:
https://limburgserfgoednet.nl/
https://www.molendatabase.nl/molens/ten-bruggencate-nr-03902
https://www.allemolens.nl/
De molen is in particulier eigendom en wordt niet voor bezoekers opengesteld.
Adres: Huis Millen 1 6118 BX Nieuwstadt
GPS: N: 51.02496, O: 5.87640